Vernoeming
Regels voor het vernoemen
Vroeger (tegenwoordig ook weer steeds meer) was het gebruikelijk om kinderen te vernoemen naar familieleden. Daar bestonden strikte regels voor. Zeker in de periode voor 1811 zijn vernoemingspatronen daarom heel belangrijk bij het aantonen van verwantschappen. Weliswaar waren het slecht gewoonteregels waar regelmatig van afgeweken werd, maar de normale volgorde van vernoemen was in principe een vaststaand gegeven. In onderstaande tabel geven wij een overzicht van de meest gebruikelijkevernoemingen.
1e zoon grootvader: vaders vader
2e zoon grootvader: moeders vader
3e zoon oom: vaders oudste broer
4e zoon oom: moeders oudste broer
5e zoon oom: vaders 2e broer
6e zoon oom: moeders 2e broer
1e dochter grootmoeder: moeders moeder
2e dochter grootmoeder: vaders moeder
3e dochter tante: moeders oudste zus
4e dochter tante: vaders oudste zus
5e dochter tante: moeders 2e zus
6e dochter tante: vaders 2e zus
Bij zonen kreeg de familie van vaderskant voorrang en bij dochters de familie van moederskant. Ook voor de uitzonderingen zijn patronen te ontdekken:
1. Overleden familieleden kregen meestal voorrang bij het vernoemen. Als moeders vader al was overleden en vaders vader nog niet, werd moeders vader vaak eerst vernoemd. Ook overleden jongere broers en zussen gingen vaak voor oudere nog levende broers en zussen.
2. Als de eerste drie of meer kinderen zonen waren, werd er wel eens een zoon vernoemd naar een grootmoeder. Andersom gebeurde dat ook. Wanneer de eerste drie of meer kinderen dochters waren, werd er wel eens een dochter vernoemd naar een grootvader.
3. Kinderen die geboren werden na het overlijden van de vader werden vaak naar de vader vernoemd soms ook als het een meisje was. Wanneer de moeder in het kraambed overleed, kreeg het kind vaak de
naam van de moeder, soms ook als het een jongen was.
4. Vaak komt het voor dat twee of meer kinderen in een gezin dezelfde voornaam hadden. Meestal omdat het oudere kind inmiddels al was overleden. Het ontstane gat in de vernoemingsrij moest namelijk weer
worden opgevuld. Zij werden dus niet vernoemd naar het overleden kind, maar naar het familielid waarnaar ook het overleden kind vernoemd was. Een enkele keer werd een naam ook vaker gebruikt omdat een naam zowel in vaders als in moeders familie voorkwam en dus meer dan een
keer aan de beurt kwam. In dat geval kreeg het kind soms het patroniem of de familienaam van het betreffende familielid erbij als tweede voornaam. Er werd dan onderscheid gemaakt met een aanduiding als 'de oudere' en 'de jongere' of werd er een variant van dezelfde naam gebruikt.
5. Buitenechtelijke kinderen werden meestal naar de grootouders van moeders kant vernoemd en soms naar de vader, bijvoorbeeld om hem te verleiden om het vaderschap te erkennen. Wanneer een huwelijk bij de geboorte vrijwel zeker was, werden gewoon de normale vernoemingsregels gevolgd. Een zoon werd dan dus naar vaders vader genoemd. Wanneer een ongehuwde moeder later alsnog trouwde kan de
naam van een eerder geboren zoon dus een aanwijzing vormen om vast te stellen of de bruidegom al dan niet zijn natuurlijke vader was. Bij een eerder geboren dochter is dat veel moeilijker, tenzij ze bij wijze van
uitzondering naar haar vaders moeder is genoemd in plaats van naar haar moeders moeder.
6. Als een van de ouders voor de tweede keer getrouwd was, werd vaakook de overleden man of vrouw vernoemd. Soms nog voor de ouders, maar meestal na de ouders maar voor de broers en zussen.
7. Ook stief- en pleegouders werden soms vernoemd. Soms zelfs in plaats van de eigen ouders, soms voor de eigen ouders, meestal na de eigen ouders en voor de broers en zussen. Er wordt vaak beweerd dat na het vernoemen van de grootouders niet de ooms en tantes, maar de overgrootouders zouden zijn vernoemd. Wanneer consequent overgrootouders vernoemd worden, zouden ook de namen van de
ouders zelf gebruikt moeten worden wanneer zij naar hun grootoudersvernoemd zijn.
Dat gebeurde echter niet.
Familierelatie's
Wat is de betekenis van de verschillende namen die wij in onze familierelatie zoal tegenkomen. Wel hieronder de meest gebruikte namen. |
|
Vader |
Man in betrekking tot het kind/kinderen die hij verwekt heeft. |
Moeder |
Vrouw in betrekking tot het kind/kinderen die zij gebaard heeft. |
Natuurlijke vader
|
Man in betrekking tot het kind/kinderen die hij verwekt heeft en die niet door het huwelijk met de moeder verbonden was. |
Zoon |
Kind van het mannelijk geslacht met betrekking tot de ouders. |
Dochter |
Kind van het vrouwelijk geslacht met betrekking tot de ouders. |
Broeder |
Naam van een jongen als er in een gezin ook meisjes zijn. |
Zuster |
Naam van een meisje als er in een gezin ook jongens zijn. |
Schoondochter-behuwd dochter |
Aangetrouwde dochter, echtgenote van een zoon |
Schoonzoon-behuwd zoon |
Aangetrouwde zoon, echtgenoot van een dochter |
Schoonbroeder-behuwd broeder-zwager
|
Voor de vrouw broer van de echtgenoot, voor de man broer van de echtgenote en ook de man van een zuster. |
Schoonzuster-behuwd zuster |
Voor de man zus van de echtgenote, voor de vrouw zus van de echtgenoot en ook de vrouw van een broer. |
Schoonouders-behuwd ouders
|
Schoonvader-behuwd vader en schoonmoeder-behuwd moeder |
Stiefouders
|
Stiefvader-stiefmoeder, tweede vader of moeder met betrekking tot een voorkind van de eerste vader of moeder |
Stiefzoon-stiefdochter |
Kind van een eerste man of van een eerste vrouw in betrekking tot de tweede man of vrouw |
Stiefbroeder-halfbroerder- |
Zoon uit een ander huwelijk van een der ouders, dan waaruit men zelf voortkomt |
Stiefzuster-halfzuster |
Dochter uit een ander huwelijk van een der ouders, dan waaruit men zelf voortkomt |
Oom-Tante
|
Broeder of zuster van vader of moeder en ook echtgenoot-echtgenote van een broeder of zuster van vader of moeder |
Oudoom-Oudtante |
Oom of tante van vader of moeder |
Oomskind |
Volle neef of nicht-zoon van broeder of zuster |
Oomzegger |
Iemand die tot een ander zodanig in betrekking staat dat hij oom moet zeggen |
Volle Neef-Nicht |
Zoon-Dochter van een Broeder of Zuster ook wel Rechtzweer |
Neef-Nicht |
Zoon-Dochter van een Oom of Tante, ook Klein Neef of Klein Nicht genoemd |
Achterneef
|
Zoon van een volle neef-nicht ook persoon die één of meer graden verder dan een neef in bloedverwantschap staat |
Achternicht
|
Dochter van een volle neef-nicht ook persoon die één of meer graden verder dan een neef in bloedverwantschap staat |
Kozijn |
Neef-Nicht: Kind van iemands oom of tante, van zuster of broeder |
Rechtzweer |
Volle Neef of Nicht tegenover Andersweer |
Achterrechtzweer-Andersweer |
Zoon-Dochter van volle Neef-Nicht |
Grootouders-Oudouders
|
Grootvader-Grootpapa-Opa-Grootmoeder-Grootmoe-Opoe-Oma-Grutje: De ouders van vader of van Moeder |
Overgrootouders |
De ouders van de grootouders |
Betovergrootouders |
Ook Oudovergrootouders: De ouders van de overgrootouders |
![]() |